Glutenintolerantie (coeliakie)

Als je een glutenintolerantie hebt, kun je niet tegen gluten. Gluten zitten bijvoorbeeld in brood en koekjes. Als je gluten op hebt, kun je bijvoorbeeld een dikke buik krijgen, moe zijn of buikpijn krijgen. Een glutenintolerantie wordt met een moeilijk woord coeliakie genoemd.

In het ziekenhuis wordt er bloed afgenomen. Dit bloed wordt onderzocht. Soms moet de dokter ook in je darm kijken. Dit doet hij met een slangetje. In het slangetje zit een kleine camera. Vaak wordt er een stukje uit de dunne darm weggehaald. Het stukje darm wordt daarna onderzocht. Als de dokter in de darm kijkt, word je eerst in slaap gebracht. Zo merk je niets van het onderzoek. Je ouders mogen bij je blijven tot je slaapt en zijn er weer bij als je wakker wordt. Door deze onderzoeken kan de dokter zien of je een glutenintolerantie hebt.

Als je een glutenintolerantie hebt, mag je geen gluten eten. Als je geen gluten eet, heb je minder last van de glutenintolerantie. Een diëtist helpt je om te leren welk eten je niet meer mag eten, omdat er gluten in zit.