Afwijkend heupgewricht (heupdysplasie)
De heup bestaat uit een kommetje in het bekken (de heupkom) en een bol aan de bovenkant van het bovenbeen (de heupkop). Bij heupdysplasie is de heupkom niet diep genoeg. Hierdoor past de heupkop er niet helemaal goed in.
Als je heupdysplasie hebt, kun je last hebben van allerlei klachten. Bijvoorbeeld pijn in de lies, je bil of aan de buitenkant van je bovenbeen.
Soms is hiervoor een operatie nodig. Tijdens de operatie wordt de stand van de heupkom veranderd, zodat de heupkop er goed in past. Zo’n operatie heet een bekkenosteotomie. Na de operatie blijf je meestal een paar dagen op de kinderafdeling in het ziekenhuis. Je vader of moeder mag altijd blijven slapen. Je mag ongeveer 6 weken niet helemaal op het been steunen, omdat het bot weer goed moet vastgroeien.