Scoliose

Bij scoliose is de rug niet helemaal recht. In het midden van de rug zit je wervelkolom. De wervelkolom loopt van boven naar beneden, van de nek naar je bil. Bij scoliose groeit je wervelkolom scheef. Hierdoor ontstaan er één of twee bochten in je wervelkolom.

Bij scoliose kun je scheef gaan staan, bijvoorbeeld met een schouder hoger dan de andere. Ook kun je rugklachten krijgen.

In het ziekenhuis onderzoekt de dokter jouw lijf. De dokter kijkt naar hoe je schouders en heupen staan. De dokter herkent een scoliose ook aan een bult in je rug, als je voorover buigt. Soms wordt er ook een röntgenfoto van je rug gemaakt.

Er zijn verschillende soorten behandelingen voor scoliose:

  • Oefentherapie om je houding te verbeteren;
  • Je krijgt een korset, samen met oefentherapie. Een korset helpt je om je rug recht te houden. Het zit strak om je bovenlijf. Dit korset doe je elke dag aan.
  • Een operatie, waarbij de wervelkolom met metalen staven wordt vastgezet.

Als je scoliose hebt, kom je regelmatig naar het ziekenhuis voor een controle.

Deel deze pagina