Luchtweginfecties
Je hebt bovenste en onderste luchtwegen. De bovenste luchtwegen bestaan bijvoorbeeld uit de neus, keel en oren. De onderste luchtwegen bestaan uit de luchtpijp en de longen. Bij een luchtweginfectie zijn de luchtwegen ontstoken. Dat kan komen door bijvoorbeeld een virus of bacterie.
De meeste luchtweginfecties beginnen met niezen, hoesten, koorts en heb je last van een verstopte neus of loopneus. Daarnaast kun je soms ook last hebben van oorpijn, keelpijn, benauwdheid en ‘piepend’ ademen.
Als je lang hoest, ga je naar de huisarts. Als de huisarts het nodig vindt, ga je naar het ziekenhuis. De dokter in het ziekenhuis onderzoekt dan jouw lijf. Soms wordt er ook een röntgenfoto gemaakt. Daarnaast kan het zijn dat er een longfunctieonderzoek en allergietest worden gedaan.
Infecties van de bovenste luchtwegen komen meestal door een virus en gaan bijna altijd vanzelf over. Voorbeelden hiervan zijn een verkoudheid en keelontsteking.
Infecties van de onderste luchtwegen zijn bijvoorbeeld een longontsteking en bronchitis. Deze komen door een virus of een bacterie. Als de dokter denkt dat de infectie komt door een bacterie, krijg je medicijn.