Krijg je binnenkort een operatie in Máxima MC? Misschien heb je vragen over de operatie. Wat gebeurt er bijvoorbeeld vóór de operatie? En hoe ziet de operatiekamer eruit? In de video hieronder nemen onze verpleegkundigen Marieke en Anne jou mee naar de operatiekamer. Ook geven ze antwoord op andere vragen. Kijk snel mee!
In het fotoboek kun je zien hoe je wordt voorbereid op een operatie.
Start hier voor uitleg over de voorbereiding. Gebruik de pijltjes om door het fotoboek te bladeren.
Je bent vandaag samen met je ouder(s)/verzorger(s) naar het ziekenhuis gekomen voor een operatie.
Welkom op de kinderafdeling. Bij de balie mag je zeggen hoe je heet, dan weten wij dat je er bent.
Dit is jouw kamer.
De verpleegkundige komt met je praten en stelt je vragen om goed te weten wie je bent.
Je krijgt een bandje om. Hierop staat je naam, wanneer je geboren bent en de naam van de afdeling.
De verpleegkundige meet je temperatuur op met een oor thermometer.
Van de verpleegkundige krijg je een paracetamol in de vorm van een zetpil of zuigtablet.
Je mag je pyjama aantrekken.
De verpleegkundige meet je lengte en gewicht in de onderzoekskamer.
Een pedagogisch hulpverlener komt met de tablet vertellen wat er vandaag allemaal gaat gebeuren.
Soms moet je nog even wachten voordat je aan de beurt bent. Je mag dan spelen in de speelkamer of op je kamer blijven.
Wanneer je aan de beurt bent, mag je in je bed naar de operatie afdeling. De verpleegkundige en je papa of mama gaat met je mee.
Je gaat met je bed in de lift naar de eerste verdieping.
Bij de operatie afdeling krijgt papa of mama een blauw pak aan. Jullie krijgen ook allebei een groene muts op. De verpleegkundige gaat weer terug naar de afdeling.
Misschien kun je nog even tv kijken als je moet wachten.
Als je aan de beurt bent, brengt de verpleegkundige jou met het bed naar de operatiekamer. Papa of mama blijft bij je.
Zo ziet de operatiekamer eruit.
In de operatiekamer mag je op de operatietafel gaan liggen. Je mag er zelf opklimmen, als je dat kunt.
De mensen van de operatiekamer komen zich aan jou voorstellen. Vaak stellen ze nog wat vragen over wie je bent en waarvoor je komt.
Soms krijg je een band om je arm om je bloeddruk te meten.
Soms krijg je stickers op de borst en buik om je hartslag te meten.
Je krijgt een rood lampje op je vinger. Deze meet het zuurstof in je bloed.
De slaapdokter zet een kapje over je neus en mond. Door het kapje ga je slapen.
Wanneer je wakker wordt, lig je op de uitslaapkamer. Papa of mama is dan bij je. Je hebt nog een infuus in je hand of arm en een lampje op je vinger als je wakker wordt.
Wanneer je goed wakker bent, komt de verpleegkundige je weer halen. Je mag weer terug naar de afdeling.
Wanneer je weer terug bent op de afdeling krijg je weer wat te drinken.
En weer wat eten.
Wanneer het goed met je gaat, mag het infuus eruit.
Je mag je omkleden en klaarmaken om naar huis te gaan.