Dikke darmonderzoek

Start hier voor uitleg over het darmonderzoek (coloscopie). Gebruik de pijltjes om door het fotoboek te bladeren.

Je bent vandaag samen met je ouder(s) naar het ziekenhuis gekomen voor een darmonderzoek.

Welkom op de kinderafdeling. Bij de balie mag je zeggen hoe je heet, dan weten wij dat je er bent.

We laten zien welke kamer en bed vandaag voor jou zijn.

De verpleegkundige komt vragen stellen om goed te weten wie je bent. Dit noemen we het opnamegesprek.

De verpleegkundige gaat je in de onderzoekskamer wegen en meten.

Je krijgt een band om je arm om je bloeddruk te meten.

Je temperatuur wordt opgemeten.

Je krijgt Emla zalf op je hand, die de huid waar het infuus komt verdooft.

Je krijgt een bandje om met jouw naam, wanneer je geboren bent en de naam van onze afdeling.

De pedagogisch hulpverlener komt met foto’s uitleggen wat er vandaag gaat gebeuren.

Je mag je eigen pyjama aantrekken.

De dokter komt je nakijken, luistert naar je borst en kijkt even in je mond.

Soms moet je nog even wachten voordat je aan de beurt bent. Je mag even tv kijken, naar de speelkamer, of iets anders doen wat jij leuk vindt.

De Emla zalf wordt er afgehaald. Je krijgt hierna een infuus in je hand of arm en door het buisje dat blijft zitten, krijg je straks een slaapmedicijn. Papa of mama is bij je.

Wanneer je aan de beurt bent, mag je in je bed naar de scopie afdeling. Papa of mama mag met je mee.

Zo ziet de scopie kamer er uit. Er staan veel mensen binnen. Papa of mama is bij je.

Als je bij de scopie afdeling bent, krijg je een zuurstofmeter op je vinger. Deze meet je zuurstof in je bloed. De dokter zal nog een keer aan je vragen wat je naam is en wanneer je geboren bent.

Je krijgt van de dokter via je infuus het slaapmedicijn. Papa of mama is bij je als je in slaap valt. Slaap lekker!

Als je weer wakker wordt zijn papa en/of mama weer bij je. Je hebt een lampje op je vinger, Soms zit er ook nog een rietje onder je neus die een beetje blaast met zuurstof.

Als je weer goed wakker bent, mag je wat drinken.

… en weer wat eten.

De verpleegkundige haalt je infuus er uit.

Je bent klaar en mag je kleren weer aan doen.

Je mag weer naar huis.