Lui oog
Het kan zijn dat je een lui oog hebt. Je hebt hiervoor een afspraak bij de orthoptist.
Bij scheelzien (of loensen) of als je een bril nodig hebt, kan het zijn dat je één oog minder goed gebruikt. Je hebt dan één goed oog en één minder goed oog. Het minder goede oog noemen we soms ook een ‘lui oog’.
Het minder goede oog kan slechter zien en moet extra oefenen. Papa of mama plakt daarom een pleister op het goede oog. Dan kan het minder goede oog even alleen kijken. Je hersenen gebruiken dit oog. Zo leert het minder goede oog om beter te zien.
Een pleister op je oog is niet altijd leuk. Maar gelukkig kan het minder goede oog zo wel net zo goed worden als het goede oog. Er zijn hele mooie pleisters waar je uit mag kiezen.